Dagelijks bombarderen media, politici en organisaties ons met zorgen en angstbeelden. De dreiging van terrorisme, klimaatverandering, beelden van vluchtelingenstromen, gevoelens van onveiligheid op straat, de retoriek van Islamisering of wantrouwen rondom vaccinaties; de angsten vliegen je om de oren. Je zou er bang van worden.
Versterkt door de wens om al het gevaar in te dammen, zetten we steeds vaker technologie als camera’s, drones, biometrische controles en (hack)software in. Deze veiligheidsindustrie is booming business. Maar voor ons gevoel van veiligheid betalen we een hoge prijs. Financieel, maar ook op het gebied van mensenrechten, vrijheid, privacy en intermenselijk contact. Dit plaatst ons daarmee voor dilemma’s: hoe minimaliseren we bedreiging maar bewaken we waarden als vrede en vrijheid?
In een wereld waarin wij ons in ons gedrag, beleid, keuzes en stemgedrag deels laten bepalen door onze angsten, is angst handelswaar geworden. Wie de knop bezit waarmee angst bewerkstelligd, bezworen of gemanipuleerd kan worden, heeft duidelijk goud in handen. Gelukkig bezit niemand deze knop. Of wel?
Angst binnen onze projecten
Angst speelt in veel van onze projecten een grote rol. Bijvoorbeeld als achterliggende motivatie voor racisme en discriminatie. Om zelf gepest te worden. Om anderen buiten te sluiten. Of om juist níet in actie te komen, wanneer een ander jouw hulp nodig heeft.
Met ons nieuwe project de Angstfabriek kijken we onze angstcultuur pas écht in de ogen: we ontwikkelen een ‘fabriek’ die klanten als overheden, politieke partijen, bedrijven en organisaties ondersteunt in het professioneel manipuleren van angst. Dit gedachte-experiment confronteert bezoekers met hoe we gegijzeld worden door maatschappelijke angst en wie hiervan slachtoffer zijn, maar ook hoe we hier weerstand tegen kunnen bieden en onszelf kunnen wapenen tégen angst.